In groepsverband maakte ik enkele weken een rondreis door Argentinië (en een stukje Chili).
Argentinië is een geweldig land en kent veel bezienswaardigheden. Buenos Aires, met 3 miljoen inwoners de hoofdstad van Argentinië, doet Spaans-Italiaans aan en heeft prachtige klassieke gebouwen. De tango en het bereiden van eten zijn tot een ware kunst verheven; de pittige koffie en het zoete gebak smaken altijd naar meer.
Patagonië, in het midden van het land, is een woestijngebied; er groeit nauwelijks iets. Maar aan de voet van de Andes is het land vruchtbaar en groen. Daar ligt ook, tussen de besneeuwde bergen, het Zwitsers aandoende stadje Bariloche.
In de omgeving van het plaatsje Calafate kan je in de bergen wandelen en gletsjers bezoeken. In het uiterste-uiterste zuiden, ook wel Vuurland genoemd, ligt het plaatsje Ushuaia vanwaar je excursies kunt doen naar een pinguïn kolonie en één van de vele nationale parken.
De grootste gletsjer van Argentinië is de Perito Moreno; deze staat op de foto. De gletsjer eindigt, 60 meter dik en 5 kilometer breed, in een groot meer. Met een boot kan je langs de gletsjer varen en je kunt de gletsjer vanaf een wandelpad bekijken.
De foto. Tijdens een georganiseerde groepsrondreis wordt door de reisleider bepaald op welk moment je welke bezienswaardigheid bezoekt. Je bent voor foto’s altijd afhankelijk van de weersomstandigheden van het moment. In Patagonië is het vaak slecht weer met kou, regen en wind. Ik had geluk; het was zonnig en helder. Vanwege de felle zon zijn de omstandigheden dan niet helemaal ideaal, maar het kon er zeker mee door.
De toppen van de bergen, de randen van de gletsjer, het wandelpad en de gestreepte wolken vormen samen in de zon een mooi lijnenspel.